zaterdag 16 mei 2009

Marc De Bel, serendipity en genre-etiketten


Gisteren was de bekende jeugdauteur Marc De Bel te gast in onze bib. De toekomst van het boek kwam ter sprake, het e-book en het nadeel van het gedrukte boek dat het niet over hyperlinks beschikt. Vervolgens ging het over zoeken via google en het feit dat je tijdens zo een zoekactie soms ineens iets interessants tegenkomt, waar je helemaal niet naar op zoek was en dat dit internet zo boeiend maakt. De auteur merkte vervolgens op dat daar een specifieke term voor bestaat, maar hij kon niet op de naam komen (de titel van een plaat van de police?). Soit, het toeval wil dat net vandaag in DM Magazine een edito staat over de moeilijk te vertalen Engelse term 'serendipity', te omschrijven als 'de gave om door toevalligheden en intelligentie iets te ontdekken waar men niet naar op zoek was. Om zo waardevolle dingen te ontdekken'. In dit artikel stond nog een interessante quote: 'Het nadeel van Facebook, Twitter en zelfs internetnieuws is dat beoefenaars ervan zich eigenlijk in een 'eigen gelijk' niche nestelen, enkel nog lezen wat zogenaamd voor hen voorbestemd is'. Als we deze lijn verder trekken doen sociale bibliotheekcatalogi hetzelfde: na een zoekactie dadelijk uitvogelen welke andere boeken aan uw smaak zullen voldoen. Verder lees ik: 'Gewone kranten en magazines hebben het voordeel dat de lezer geconfronteerd wordt met artikels die hij niet verwacht, die zelfs niet bij zijn leefwereld passen, maar daar uiteindelijk toch een invloed op kunnen hebben'. Dit alles zet ons natuurlijk aan het denken. Ik herinnerde mij ineens die bibliothecaris die mij enkele jaren geleden vertelde dat hij geen genre-etiketten op zijn boeken wenste, omdat de lezer dan enkel boeken selecteert in het genre dat hem aanspreekt en niet meer bij toeval eens iets heel anders interessants ontdekt. Ik ben benieuwd naar reacties op deze invalshoek en het artikel (dat ik on-line enkel via mediargus te pakken gekregen heb).

donderdag 14 mei 2009

Onze chatsessie

Om nog eens even rustig na te lezen!
De link

Ning: nog een interessant ding!


In het kader van de cursus maakten we allemaal kennis met bibliotheek20.ning.com, een sociale netwerksite, specifiek voor de bibliotheeksector. Ik weet niet of het jullie ook opgevallen is dat het met Ning mogelijk is om een eigen sociaal netwerk op te richten. Dit zou een kans kunnen zijn voor gemeentebesturen om met hun intranet web 2.0 te introduceren bij alle medewerkers. Ook lijkt het mij een handig communicatieinstrument voor bijvoorbeeld een gemeentelijke vriendenkring. Kortom, mogelijkheden te over, natuurlijk ook voor privégebruik.
De voordelen voor gemeentebesturen op een rijtje: interactiviteit (alhoewel waarschijnlijk niet iedereen dit als een voordeel zal beschouwen), gratis, overal toegankelijk, web 2.0 in de zin dat het mogelijk is om fora uit te bouwen, blogs te integreren, foto's en video's op te laden, gebruik te maken van RSS-feeds enz. En een belangrijke troef is dat het netwerk kan afgesloten worden voor derden: je kan namelijk kiezen voor een netwerk dat enkel voor 'leden' toegankelijk is. Ning wordt meer een meer gebruikt door Nederlandse gemeentes voor de uitbouw van een interactief intranet (bijvoorbeeld in Haarlem).

maandag 11 mei 2009

Van web 2.0 naar Bibliotheek 2.0

Bibliotheek 2.0 is voor mij meer dan enkel wat web 2.0 toepassingen gebruiken in onze bib. Zoals we al meerdere keren in de cursus hebben kunnen lezen, gaat het om een volledige mentaliteitsverandering die moet uitmonden in een gedragsverandering, vooral ten aanzien van de klant en dit zowel in de fysieke bibliotheek als digitaal. Bij web 2.0 ligt de nadruk op het sociale, hetzelfde met bibliotheek 2.0. De gebruiker moet de kans krijgen om echt te participeren en actief mee te denken. Dit is meer dan af en toe een aankoopsuggestie of een ideeënbus, de gebruiker moet het gevoel krijgen dat de bib er helemaal voor hem is, dat de bib een echte plaats krijgt in zijn leefwereld, zowel fysiek als digitaal. Daarom is het belangrijk dat we aanwezig zijn op de ‘virtuele’ plaatsen waar gebruikers zich bevinden. Naast digitale toepassingen is daarom ook de inrichting van het gebouw belangrijk, de bib moet openheid en ‘welkom’ uitstralen en de klantvriendelijkheid van het personeel moet centraal staan. Dit is meer dan de vanzelfsprekende vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Het gaat er meer om dat we minder aanbodgericht moeten denken en bezig zijn. Dus minder tijd steken in collectievorming (nog een hardnekkig taboe, maar we kopen toch voor een groot stuk allemaal dezelfde boeken!?), catalografie centraliseren en de balie automatiseren zodat er tijd vrij komt om echt bezig te zijn met de klanten die het nodig hebben. Laat de bezoeker die op zijn gemak wil grasduinen en hierbij geen hulp van personeel op prijs stelt gerust zijn gang gaan, maar schep een aangenaam klimaat zodat deze bezoeker geprikkeld wordt om op ontdekkingstocht te gaan. Verder moet er meer aandacht gaan naar de ontmoetingsfunctie (ook zowel fysiek als digitaal) en mogen we de zwakkere groepen niet uit het oog verliezen. Er wachten ons nog boeiende tijden!

Bibliotheek 2.0: koudwatervrees?

Mijn keuze viel op Rouwen om bibliotheek 2.0, een kort artikel van Johan Mijs dat al een jaartje oud is, maar nog altijd ‘pijnlijk’ actueel. Uitgangspunt zijn de vijf fasen die de meeste mensen moeten doorlopen voordat zij na een traumatische ervaring weer tot rust komen. Johan Mijs stelde na een uiteenzetting over bibliotheek 2.0 vergelijkbare reacties vast, namelijk:
ontkenning (‘ geen reden om te veranderen', 'we zijn toch goed bezig’)
woede (‘dit is slechts een hype’)
onderhandelen (‘als ik hier tijd voor zou kunnen maken dan…', 'als ons personeel meer know- how zou hebben dan…')
depressie (‘het zal niet meer voor mij zijn’, ‘welke rol kunnen wij nog spelen’ )
aanvaarding (‘ik zie heel veel kansen’, ‘ik wil hiermee aan de slag’)
Persoonlijk vind ik deze reacties heel herkenbaar, want ik kwam ze allemaal al tegen, niet alleen bij collega-bibliothecarissen en personeelsleden van onze bib, maar ook bij de verschillende cursisten. Weerstand bij verandering is heel normaal, vraag is hoe we er het best mee omgaan om ze te overwinnen. Met mijn personeel communiceer ik zoveel mogelijk over deze cursus in de hoop dat mijn enthousiasme een beetje op hen overslaat. Ik denk wel dat ik hier ten dele in slaag, maar je kan zoiets natuurlijk niet forceren. Mensen voelen zich bedreigd in hun klassieke rol en hebben schrik dat zij de nieuwe taken die van hen verwacht worden niet meer aan zullen kunnen. Daarom pleit ik ervoor dat zoveel mogelijk collega’s de kans krijgen om deze cursus ’23 dingen’ te volgen, samen met enthousiaste medecursisten. Laat de vonken maar overslaan, zodat de wedergeboorte (extra zesde fase) een feit wordt!

vrijdag 8 mei 2009

Sociale bibliotheekcatalogi: zoeken, vinden, inspiratie opdoen & delen


Als het hele web socialer wordt, is het logisch dat ook bibliotheken niet achter blijven met hun catalogi. Sociale catalogi maken gebruik van externe data om hun catalogus te verrijken, geven de mogelijkheid om via RSS of widgets de catalogus daar te brengen waar de gebruiker zich on-line het meest bevindt en laten de gebruiker zelf inhoud toevoegen. Maar het geheel moet natuurlijk wel overzichtelijk blijven, zeker voor de gebruiker die gewoon op zoek is naar een boek en te weten wil komen waar hij het zo snel mogelijk kan ontlenen. Mooie voorbeelden zijn de catalogi die gebruik maken van de aquabrowser, zoals zoeken.bibliotheek.be, waarmee bibnet VLACC2 tegenwoordig presenteert en hierbij gebruik maakt van de voor ons ondertussen bekende web 2.0 toepassingen librarything en last.fm om de zoeker te inspireren. Met de recente toevoeging van my discoveries gaan ze nog een stap verder en kan de gebruiker rechtstreeks gaan taggen, beoordelen, recenseren, lijstjes maken en dit alles delen met anderen. Ik heb mij aangemeld en heb de mogelijkheden even uitgeprobeerd. Een nadeel kan zijn dat er overlappingen optreden met de externe toepassingen. Ik bedoel dat de gebruiker er waarschijnlijk niet van houdt om zowel via my discoveries als via librarything dezelfde boeken te gaan taggen, kwoteren en recenseren. Over het taggen door gebruikers lees ik regelmatig kritische dingen. Het is natuurlijk zo dat bibliotheken jaren expertise opgebouwd hebben in het opbouwen van gestructureerde trefwoordensystemen, zoekbomen enz. Het is moeilijk om dit los te laten en de gebruiker zelf vrije trefwoorden te laten toevoegen. Maar persoonlijk zie ik hierin geen probleem, de 'tags' staan los van de officiële trefwoordenstructuur en vermits de meeste gebruikers niet structureel maar associatief zoeken kan het de zoekacties zeker vergemakkelijken. Hoe meer gebruikers gaan taggen, hoe minder 'ruis' hierin. Verder is het belangrijk dat een sociale catalogus aanwezig is via andere platforms zoals blogs, facebook enz. Dat kan bijvoorbeeld door een widget toe te voegen aan de facebookpagina van een bibliotheek om rechtstreeks te gaan zoeken in de catalogus. Persoonlijk kijk ik met bewondering naar de bib van Brugge, waar men het heft zelf in handen genomen heeft met de prachtige sociale catalogus cabrio die trouwens mooi geïntegreerd is met website, facebook & blog. Ideaal zou het zijn als de gebruiker via een zoekopdracht in google rechtstreeks in onze bibcatalogi terecht komt. Want via google zoeken gebruikers naar informatie. Mijn ervaring is ook dat de meeste bibliotheekgebruikers nog niet vertrouwd zijn met de extra's die een catalogus kan bieden, het is een taak van het personeel om hen de weg te wijzen in dit nieuwe aanbod. Ook worldcat heb ik even uitgeprobeerd. Nadeel is dat er geen Vlaamse openbare bibliotheken te vinden zijn. Het programma is ook iets minder gebruiksvriendelijk, lijkt mij eerder gericht op professionelen en gebruikers van wetenschappelijke bibliotheken. Er is hier wat meer zoekwerk vereist om je doel te bereiken en er wordt op het eerste zicht minder externe inhoud aangeboden. De aquabrowser van zoeken.bibliotheek.be lijkt me een stuk laagdrempeliger voor de gemiddelde klant. Al bij al blijft het aantal sociale catalogi op dit moment nog beperkt. Dit heeft volgens mij te maken met enerzijds de bibliothecarissen die nog niet altijd mee zijn met het web 2.0 landschap en anderzijds de softwareleveranciers die om commerciële redenen blijven vasthouden aan het ontwikkelen van eigen producten en deze vervolgens afschermen voor derden i.p.v. gebruik te maken van de toepassingen die hun nut al bewezen hebben en deze te integreren.